Heel Nederland, en dus ook Tilburg, was tijdens de Tweede Oorlog bezet door de Duitsers. Er zijn vandaag de dag nog talloze gedenktekens te vinden die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog, verzet en bevrijding. De twee bekendste zijn het Monument van de 15th Scottish Division uit 1989 en het Monument Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene uit 1955, beiden te vinden op het Stadhuisplein. Ze herinneren aan de bevrijders van Tilburg in oktober 1944.

Jaarlijks worden op Dodenherdenking (4 mei) bloemkransen gelegd bij het bronzen beeld van een Schotse doedelzakspeler ('Bagpiper') en de soldaat met vaandel. Ook het Verzet was actief in Tilburg. Zo zijn er zelfs twee gedenktekens voor Coba Pulskens, Tilburgs bekendste verzetsstrijdster (1947); één aan de Diepenstraat (1947) en aan de Coba Pulskenslaan (1984). Jacoba Pulskens (1884-1945) bood onderdak aan joden, verzetslieden en gestrande geallieerde piloten. Op 9 juli 1944, slechts enkele maanden voor de Tilburgse bevrijding, deed de Gestapo een inval in het huis van Pulskens en schoot drie ondergedoken piloten dood. Pulskens werd gearresteerd en naar concentratiekamp Ravenbrück gestuurd, waar zij in 1945 werd vergast. Ook het ambtenarenverzet (overval door een aantal ambtenaren op het bevolkingsregister, om in handen te komen van 105.000 Rauterzegels en blanco persoonsbewijzen) kreeg in 1982 een eigen monument op de Oude Markt. Aan de Willem II Straat bestaat sinds enkele jaren de Helga Deen Tuin, vernoemd naar het in vernietigingskamp Sobibór omgekomen Joodse meisje uit Tilburg die tijdens haar gedwongen verblijf in een SS-concentratiekamp (Nationaal Monument Kamp Vught) een dagboek bijhield. Algemene gedenktekens voor de gevallenen zijn er ook. De carillontoren (1965) naast het Centraal Station is er één bijvoorbeeld, alhoewel veel Tilburgers dat zelf niet eens weten. Door haar opvallende vorm heeft de toren ook wel ‘Wasknijper’ als bijnaam. Voor de Joodse slachtoffers is er een monument op de Joodse begraafplaats. Ook voor individuele slachtoffers is er veel aandacht. Zo zijn er onder meer gedenktekens voor zes personeelsleden van de werkplaats van de spoorwegen (D’n Atelier, NS-plein), het monument van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand (1945, Ringbaan-Zuid) voor de omgekomen buurtbewoners van de wijk Broekhoven, een gedenkplaat in het Centraal Station voor W. van Kuijk en een gedenkplaat in het Koning Willem II College (Rijks-HBS Koning Willem II; 1947) voor omgekomen leerlingen (waaronder Helga Deen en René Norenburg). In het Paleis-raadhuis is een glas-in-loodraam (1946)  te bewonderen dat de bevrijding van Tilburg, het herstel van het rechtmatig gezag, het ondergane leed en de wederopbouw symboliseren. Verder zijn er nog het Indiëmonument uit 2001 (Gerard van Swietenstraat), voor omgekomen militairen in het voormalig Nederlands-Indië, het Hiroshima Monument (de Vijfsprong) en oorlogsgraven op diverse begraafplaatsen.